Was je gekneveld tussen verdriet en gekte
tollend door metershoge golven leegte
was je ademloos in onheilspellende ruimte
Zag je zelfs op handen lopend geen ander beeld
jij dansend over de groene weiden die je eerder zag
hoorde je niet meer de klanken die je eerder hoorde
Je kende de kracht van beweging vooruit
Je had de hemel al zo vaak gezien
door de ogen van je eigen onschuld
Liggend bewoog je zo vaak voort
Voortglijdend onder het ongrijpbare
Je kende de verschuiving der getijden
het stromen van kou in warmte en licht
Je kende ook de gloed van menselijke natuur
dat wat komt gebrandmerkt is om te gaan
Je kende de vergankelijkheid in groot en klein
edel mens en edelste elementen
de tekening in je gezicht toonde je ziel
elke groef met zorg gekerfd als nerven in blad
neergelegd in de kleur van je kleurrijk bestaan
zag je niet langer de onschuld van alles
de onvoorwaardelijkheid van het kind in jou, je eigen kind
voelde je niet langer de handen die je steunden
we leggen je neer op de regenboog
en kijken naar je kleuren als deze weer verschijnt
©daan prevoo 25 augustus 2012
raakt
BeantwoordenVerwijderen