Het lijkt eeuwen geleden
dat het daglicht je gezicht
in zachtheid toonde
jij, die tussen de heuvels
van afwisselend vruchtbaar land,
en mijnschachten in glooiend groen
een weg zocht buiten
ingesleten paden
geen verzoening vond met
de cadans van dagelijks brood
Jij, de oudste zoon van vele zonen,
niet enkel die uit moeders schoot,
maar ook de donkere ogen
van het vervolgde kind
in je bescherming sloot
Jij, die zocht hoe het een
in het ander kon worden omgezet
wiens vingers ongehaast en vol gevoel
het klavier beroerde
om in klank vragende toon
door antwoorden geraakt te worden
Jij, levend in verwarring verworden wereld
stervend door grootse waanzin
te jong nog in mensenjaren leefde
koos voor onderscheid tussen leven en dood
tussen mensenrecht en mensenzonde
waarvan je zin noch gevolg kon vermoeden
Jij, in het teken van maagd geboren
werd verkracht door mensenhand
en beulen die om beurt je vingers kraakten
de rug omwille van haar rechtheid hamerden
om in felle slagen krom te slaan
je verkozen pad in duister hulde
het licht in trillende schaduwen verdreef
dat uit alle wonden bloedend scheen
en ondanks hartverscheurende angst
bleef je ziel puur en ongeslagen
Jij, die plots op aarde teruggeworpen
door bloed en slijk besmeurd
het licht van gedoofde liefde ontwaarde
die ooit uit je hart was verdreven
Jij, die na minstens tweemaal duizend nachten
Het weerzien met de liefde vond
geruisloos wenend in tweede kans
volhardend het idee van vrijheid leefde
in constant gehavende herinnering
je kind in liefdevolle armen ontving
je kinds kinderen evenzeer beminde
Jij, die je littekens verborgen hield
onder liefdevol gezag en zorg
telkens weer in stilte
alles wist te geven uit onuitputtelijke bron
in geheim bewaard getormenteerde ziel
demonen van verloren jeugd verdreef
Jij, die nimmer meer een toets beroerde
om de klanken na te bootsen
die in tijd verloren nooit meer toon behoefde
licht opnieuw liet schijnen
in oogopslag je vrede hulde in puurste glans
zelf na verstreken tijd
voor altijd in nabijheid troont
op mijn dank voor diep vertrouwen
door je pijn te tonen en te delen
aan mijn jonge ziel gegeven als een teer cadeau
het geërfde lot door jou gedragen
zet ik in storm en stilte voort
Jij, zelfs nu in deze dagen
stuur je engelen op mijn pad
in wit en zwart gehulde vleugels
ze fluisteren telkens weer onze naam
om het duister te verdrijven
en in vertrouwende tred
met verlichte schreden
elk dagende pad te gaan
Adieu , tot op de dag
dat ook ik mag delen
wat jij al weet
en jouw gezicht
verlicht in zachtheid toont
© daan prevoo – 14 april 2012