welkom

Welkom op mijn persoonlijke weblog. Met dit dagboek deel ik gedachten, meningen, ideeën, gebeurtenissen, dromen en daden met als enige doel lezers mee te nemen op een reis zonder eindbestemming.



maandag 25 april 2011

Zoenoffer


Zwangere bedelares krijgt dikke bon
Een 26-jarige vrouw uit Luik heeft zaterdagmiddag op het Onze Lieve Vrouwenplein in Maastricht bij de verkeerde mensen om geld gebedeld.Onwetende dat zij met twee agenten in burger te maken had, stak zij zittende voor het kerkportaal van de Onze Lieve Vrouwe-basiliek haar hand op en vroeg in de Franse taal om geld. De zwangere vrouw, die een acht maanden oude baby bij zich had, werd daarop aangehouden. Kort hierna werd ze, een proces-verbaal rijker, weer in vrijheid gesteld.

Dit nieuwsbericht las ik op website van de provinciale omroep L1


Met verbijstering heb ik het bericht meerdere malen gelezen en vroeg me af hoe dit mogelijk is in ons land. In de tijd dat ik in de maatschappelijke opvang werkte ergerde ik me al behoorlijk aan het feit dat de dak- en thuislozen regelmatig, overal waar ze ongewenst op straat verbleven, konden rekenen op een flinke bon. Iets wat ze gewoonweg niet kunnen betalen maar daarentegen  in de winterperiode wel eens goed van pas kwam omdat de openstaande boetes goed waren voor een paar dagen overnachting in een warme cel en drie maaltijden per dag.

Alleen al het idee dat agenten in burger deze vrouw voor de ingang van een kerk een bon uitschrijven is schaamteloos, grievend en ronduit mensonwaardig. Hadden deze ‘rechtsdienaars’ de vrouw niet gewoon op een menselijke wijze duidelijk kunnen maken dat bedelen ongewenst is en haar kunnen  verzoeken naar huis te gaan? Maar natuurlijk; een bedelende vrouw, ook nog een buitenlandse, is de toeristen mogelijk een doorn in het oog. Maastricht moet ‘Sjiek en Sjoen’  zijn.  Armoede in Nederland?  Nee, hoor!  Hadden zij de vrouw niet ook gewoon 50 euro kunnen geven en heen sturen om voor haar kind iets te eten te kopen? Hadden zij de vrouw niet naar een ziekenhuis kunnen rijden om te kijken of de zwangere vrouw en haar baby geen medische hulp nodig hadden?
Nee, deze dienstkloppende harteloze bonnenschrijvers kozen er voor om bij de poorten van het de Onze Lieve Vrouwekerk, daar waar vele mensen een kaarsje opsteken voor hulp en bijstand van hogerhand, deze vrouw een bon uit te schrijven. Wat zou jij doen als je teneinde raad bent, geld noch goed schijnt te bezitten? Dan is het niet eens zo vreemd om voor de poorten van Maastrichts drukst bezochte kapel je naaste om een aalmoes te vragen. De kans dat iemand, na een devoot gebed, iets zou willen delen zou je dan toch redelijk hoog achten?  De gewenste aalmoes bleef waarschijnlijk uit en de schamele bedelstuiver die deze vrouw wellicht heeft ontvangen mag ze afgeven aan de overheidsdienaren die de tol komen eisen. Wat bezielde deze twee tollenaars zo daags voor Pasen, de week dat de Christenen het lijden en de kruisdood van Jezus herdenken? Pasen behoort daarmee tot de traditie van zogenaamde zoenoffers, die draaien om de noodzaak van de dood voor het leven, de verzoening met het goddelijke en de spirituele ontwikkeling van de eigen ziel door beproeving. Een ding is zeker. In Maastricht hoef je hier niet op te rekenen. De door God gezonden beproeving hebben deze twee agenten in elk geval niet doorstaan.

 

zondag 24 april 2011

Ik herken jou wel maar ken jij mij



In de nachtelijke uren
als de duisternis alles in stilte slaat
komen ze sluipend weer naar voren
als ratten in de nacht

het daglicht schuwend
omwille van hun aard
want het licht kunnen ze niet verdragen
geen verlichting op,  of in hun wezen
als demonen in de nacht

sluipend, kruipen, loerend, likkend
omsingelen ze de zuiverheid
van elk schoon hart
dat wenst te delen en te leren
In wezen niets vermoedend onbedacht

duisternis noch licht schuwt de ziel, het schoone hart
als de ratten hun staart verknopen
tot een pact van smaad en smacht
om in richtingsloze dans
het hart te doden

Het kloppend,  bloedend hart
lekt de ziel in alle smart
onbewust en onvertogen
terwijl elk der verknoopte staarten
denkt 'swaarheids woord te zijn

onvermogend en opgetogen
onwetend in diep verraad
slepen zij zich voort in ochtendgloren
in herinnering het kloppend hoogverraad
ik herken jou wel,  maar ken jij mij?

DP 24 april 2011

Verwantschap in taal

Nadim Youssef was journalist, schrijver, dichter. Hoe zeer in me ook de moeite neem om in de mooie krullen van het originele schrift de waarde van zijn woorden te lezen. Het lukte niet. Pas op het moment dat iemand het vertaald heeft herken ik de verwantschap in taal. Verwantschap dat we beiden ook vonden in de SP waar Nadim lid van was en zich inzette voor een betere samenleving. Een samenleving waar hij voor koos maar ook een samenleving die nog niet voor hem gekozen had.

Onderstaand lees je enkele vertaalde geichten van Nadim Youssef 1969-2011

Het Gezicht Van Mijn Land

Jouw ogen zijn verboden gedichten zoals de vrijheid die beknot is
Ik executeer de geheimen zoals mijn wensen en dromen,
en je lippen zijn verdrietige snaren zoals het gezicht van mijn land.
___

Mijn liefde is een woeste zee dwars over de grenzen van het bestaan
Kondigt de zin van eeuwigheid aan zoals het kloppen van je hart
En jij bent de opwinding van mijn golven,
 ik omarm je ’s ochtends en ‘avonds zoals een bries die uit de velden van de olijfgaarden komt.
Dronken van geluk en je liefde precies zoals de stralen van de zon.

___

Mijn liefde is een groene lente,
het goddelijke voedsel geroosterd door het vuur van Anahita  
tegen het kwaad van de wereld.


Anahita: Perzische watergodin, oorlogsgodin en personificatie van de planeet Venus. Haar naam betekent onbevlekte, wat verwijst naar haar functie als Heilige Maagd.



___

In vrijheid ter aarde gestort

Op zaterdag 9 april ging Nadim Youssef in winkelcentrum Ridderhof in Alphen aan de Rijn de wekelijks boodschappen doen voor zijn gezin. Hij keerde niet meer terug naar huis. De vader, de zoon, de echtgenoot, de schrijver, de journalist, de dichter...hij keerde niet meer terug. Hij was ter aarde gevallen. In Alphen aan de Rijn. de Syrische dichter is niet meer maar leeft nu voort in de woorden die hij de wereld heeft geschonken. Hoe onfortuinlijk kan het leven zijn? Nadim Youssef was journalist, schrijver en dichter die vijf jaar geleden nog in Syrië leefde. Hij was kritisch tegenover het heersende regime. Deze kritiek kwam hem duur te staan. Ternauwernood overleefde hij een bomaanslag die door de geheime politie rechtstreeks op hem was gericht. Hij was weliswaar gewond maar overleefde deze laffe aanslag. "Er is meer voor nodig om mij te doden": zei hij tegen zijn vrouw. hij vluchtte naar Nederland om zichzelf en zijn gezin in veiligheid te brengen. Zo vergaat het velen die de morele plicht voelen om hun mond open te doen tegen heersend onrecht. Ik vind het pijnlijk om in een land te leven waar mensen niet van harte welkom zijn om in de velige schoot van de Nederlandse samenleving hun werk voort te zetten. Nadim Youssef handelde vanuit een moreel besef, als journalist, schrijver en mens. De prijs die hij  moest betalen, de bomaanslag en het verlaten van zijn vaderland. Losgerukt worden uit de bodem van je eigen cultuur, ver weg van familie, vrienden en het land dat hij zo lief had. Welke schijnveiligheid krijgt een vluchteling in Nederland? Werd zijn aanwezigheid gewaardeerd en gerespecteerd, ook door mensen die zijn achtergrond niet kenden? Werden de woorden van de journalist en dichter gelezen en gekoesterd, al waren deze in zijn eigen moederstaal?. Werd hij geridderd vanwege zijn moed om in opstand te komen tegen het onrecht dat de mensen in zijn land werd aangedaan? Het antwoord hoef ik niet te geven, want dat ligt in uw hart. De woorden van de dichter krijgen pas waarde als deze er niet meer is. In leven was er weinig interesse voor de kritisch krachtige woorden van Nadim Youssef. Na de noodlottige moord op een parkeerplaats krijgt hij pas aandacht en wordt zijn verhaal verteld. Radio en televisie verdringen zich om de dichter in Nadim Youssef te tonen. Hij moest daarvoor eerst ter aarde storten. In Alphen aan de Rijn.


Auteur Kader Abdolah, zelf politiek vluchteling uit Iran, schreef het volgende gedicht ter nagedachtenis aan de Syrische collega-dichter Nadim Youssef

Tevergeefs opnieuw beginnen

Sorry moeder, uw zoon is doodgeschoten
u zou denken dat hij in Damascus door een kogel is neergeschoten.
Maar nee moeder, hij kwam om in Alphen aan den Rijn
een kleine stad, ver boven Rotterdam. In een winkelcentrum is hij doodgeschoten.
Nee, er was geen sprake van een Arabische opstand op die plek.
Het valt niet te vergelijken met het Tahirplein in Egypte.
Ook niet met een plein in Syrie of Libië.
Voor uw zoon was het haast de veiligste plaats op deze wereld.
Alphen aan den Rijn. Een mooie plek.
Waar de moeders met hun dochters vredig winkelen.
Waar de jongens, de mannen aan alles denken, behalve aan een opstand tegen het Nederlandse bewind.
Het spijt me moeder.
Het spijt me vader.
Voor uw verdriet.
Het was niemand zijn bedoeling geweest om uw zoon pijn te doen.
Het was een zonnige dag.
Een rustige dag.
Plotseling werd het winkelcentrum omgetoverd tot het Tahirplein, een Libisch plein, een Syrisch plein.
Echt, uit het niets.
En uw zoon viel.
Hij viel, samen met nog vijf dierbare bewoners van de stad.
Het spijt me dat hij nooit meer terug naar huis zal komen.